Hanna Maas (1989) tekent en schrijft al zolang ze zich herinnert. Op haar 18e ontdekt ze het penseel en het canvas, en vanaf dat moment is ze begeistert door het schilderen. Via het VWO, het propedeuse jaar Sociale Studies, een tussen-theater-jaar en een eerste mislukte poging op de kunstacademie, komt Hanna in de afwaskeuken van een grote cateraar terecht. Terwijl haar leeftijdsgenoten doorstuderen spoelt zij vuile borden af van en heeft ze geen idee wat ze wil.